Mariët, heb jij een hekel aan de kerk?
Dit is misschien wel de meest gestelde vraag aan mij. En laat ik gelijk maar verklappen dat het antwoord NEE is.
Ik heb absoluut geen hekel aan de kerk als instituut. Als huis van bezinning, van gebed en wat door veel mensen als Gods huis wordt gezien. Waar mensen samenkomen om als het goed is, gevoed te worden in het geloof.
Wel heb ik praktische bezwaren tegen de vorm van kerk zijn anno 2022. In veel gevallen ver van de maatschappij is af komen te staan, onvoldoende zichtbaar is (geweest) in tijden van crisis, preken voor eigen parochie en nauwelijks een rol van betekenis meer speelt in een steeds meer seculiere wereld.
Kerken komen leeg te staan, vervreemden van maatschappij en van eigen gelederen. En na de coronacrisis (waar was de kerk) weer in alle ijver op dezelfde voet verder is gegaan.
Een van mijn grootste bezwaren is dat tijdens de diensten vaak de kerkdeuren dicht gaan. En welke reden hierachter ook schuil gaat, dat kan nooit de bedoeling geweest zijn van de kerk. Als dat zo was, was Jezus wel gaan preken in de synagoge en tempels. Maar juist die plaatsen heeft hij vermeden of juist aangevallen.
Voor de leegstand van de kerken wordt vaak gewezen naar de verleidingen van de wereld. Maar ik kan daar niets mee. en ik ben het hardgrondig eens met Thomasz Halik (Trouw) waarin hij zegt:
“Misschien staan de lege kerkgebouwen wel symbool voor de leegte in de kerken. Als de kerk geen serieuzere poging waagt om de wereld een compleet ander gezicht van het christendom te laten zien, zal leegte de toekomst van de kerk zijn”.
Al de kerkverlaters die ik spreek hebben het over de leegte, de onverdraagzaamheid, het oordelen en veroordelen, het onzichtbaar zijn, manipulatie en starheid om te veranderen.
Ik vrees met Halik dat als de kerk dit niet gaat inzien, de toekomst van de kerk op het spel staat.
Dan komt de volgende vraag. Is dat erg? Voor mijn gevoel niet omdat er wel veel kerkverlaters zijn maar dat zijn per definitie geen geloofsverlaters. Het zijn zichtbare gelovigen die midden in de maatschappij staan. Die handen en voeten geven aan de opdracht van Jezus, namelijk heb je naasten lief. Ongeacht wie zij zijn dus.
Ik daag de kerk uit, de deuren te openen, de preken op zondag te skippen om in de buurt uit te gaan delen van Gods liefde, desnoods zonder woorden. Ik daag de dominee uit van de kansel te komen en te gaan vragen in het dorp/stad wat er leeft. Wat er nodig is. Ik daag kerken uit om diaconaal bezig te zijn buiten de kerk. Ja ik daag de kerk zelfs uit om op zondag eens te luisteren naar niet gelovigen hoe zij tegen de kerk aankijken. Besteed eens geld niet alleen aan zendingswerk van eigen parochie maar aan de naasten in de straat, in de wijk, in de buurt.
En waar het goed gaat? Dat is zeker mooi en hoor ik graag.